Het is echt mogelijk om te veel te slapen. Uit een onderzoek onder leiding van onderzoekers van het University of Texas Health Science Center (UT Health San Antonio) blijkt dat negen of meer uur slaap per nacht in verband wordt gebracht met slechtere cognitieve prestaties. Dit geldt zelfs nog meer voor mensen met een depressie. De bevindingen zijn afkomstig uit een onderzoek naar slaapduur en cognitieve vaardigheden bij 1.853 deelnemers zonder dementie of beroerte als onderdeel van de Framingham Heart Study, een doorlopend cohortonderzoek op bevolkingsniveau onder leiding van het National Heart, Lung, and Blood Institute van de National Institutes of Health. Het laatste onderzoek richtte zich op personen in de leeftijd van 27 tot 85 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 49,8 jaar.
Hoe slaapduur en cognitieve prestaties samenhangen
“Bovendien rapporteerden langslapers vaker symptomen van depressie,” zei Vanessa Young, MS, projectmanager klinisch onderzoek bij het Glenn Biggs Institute for Alzheimer’s and Neurodegenerative Diseases bij UT Health San Antonio. Slaap kan een aanpasbare risicofactor zijn voor cognitieve achteruitgang bij mensen met een depressie.” Young, die ook deelneemt aan het Translational Science PhD-programma aan de Graduate School of Biomedical Sciences van UT Health San Antonio, is de eerste auteur van het onderzoek met de titel “Lange slaapduur, cognitieve prestaties en de modererende rol van depressie: A cross-sectional analysis in the Framingham Heart Study” (Lange slaapduur, cognitieve prestaties, en de modererende rol van depressie: A cross-sectional analysis in the Framingham Heart Study), gepubliceerd in Alzheimer’s & Dementia: The Journal of the Alzheimer’s Association.
De auteurs vertegenwoordigen ook de Arizona State University, de Framingham Heart Study, het Hôpital du Sacré-Coeur de Montréal, de Universiteit van Montreal, Boston University en Monash University in Australië. “Lange, maar niet korte, slaapduur werd in verband gebracht met slechtere algehele cognitieve prestaties en specifieke cognitieve vaardigheden zoals geheugen, visuospatiale vaardigheden en executieve functie,” zei Sudha Seshadri, oprichtend directeur van het Biggs Institute en senior auteur van het onderzoek. Deze associaties waren meer uitgesproken bij mensen met depressieve symptomen, ongeacht het gebruik van antidepressiva.
De impact van depressie
Volgens het onderzoek wordt het belang van slaap als een vitaal fysiologisch proces voor de gezondheid van de hersenen steeds meer erkend. Slaapduur- en slaapgedragstoornissen zijn gedurende het hele leven waargenomen en komen voor bij zowel normale als pathologische veroudering. Deze stoornissen dragen bij aan een verhoogd risico op cognitieve stoornissen en de ziekte van Alzheimer. De Global Council on Brain Health raadt volwassenen aan om 7 tot 8 uur slaap per nacht te krijgen om de hersenen gezond te houden. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat zowel te veel als te weinig slaap in vergelijking met de aanbevolen duur in verband wordt gebracht met beperkingen in cognitieve domeinen, waaronder geheugen, aandacht en het vermogen om andere mentale processen zoals plannen, problemen oplossen en impulscontrole onder controle te houden.
Het bewijs is echter gemengd, omdat het afhangt van de bestudeerde levensduur en gezondheidsverschillen zoals depressie. Depressie, een aanpasbare risicofactor voor cognitieve achteruitgang, komt vaak voor naast slaapstoornissen. Het verband tussen slaapstoornissen en depressie is duidelijk: ongeveer 90% van de mensen met een depressie rapporteert slaapproblemen, volgens het onderzoek. In de nieuwe studie onderzochten de onderzoekers of depressie de associatie tussen slaapduur en cognitieve prestaties beïnvloedt. De deelnemers aan Framingham werden verdeeld in vier groepen: geen depressieve symptomen, geen antidepressiva; depressieve symptomen zonder antidepressiva; antidepressiva zonder depressieve symptomen; depressieve symptomen en antidepressiva.
Ze ontdekten dat lang slapen in verband werd gebracht met verminderde algehele cognitieve prestaties, waarbij de sterkste effecten optraden bij personen met depressieve symptomen die antidepressiva gebruikten of deze niet gebruikten. Zwakkere maar significante effecten werden waargenomen bij personen zonder depressieve symptomen. Er werden geen significante verbanden gevonden bij deelnemers die antidepressiva gebruikten zonder depressieve symptomen te vertonen. Ze concludeerden dat de associatie tussen slaapduur en cognitieve prestaties het sterkst is bij mensen met depressieve symptomen, ongeacht het gebruik van antidepressiva. Volgens de onderzoekers zijn toekomstige longitudinale onderzoeken met grootschalige, multimodale benaderingen nodig om de temporele relatie tussen slaapstoornissen en cognitieve veranderingen verder te verduidelijken.